Nieuws

augustus 05, 2019

Onjuist gebruik van toestemming als grondslag: PwC krijgt 150.000 euro boete

De Griekse Autoriteit Persoonsgegevens heeft een boete opgelegd van €150.000 aan PricewaterhouseCoopers omdat men de verkeerde grondslag gebruikte bij het verwerken van gegevens van hun eigen medewerkers. PwC maakte hiermee misbruik van de kwetsbare positie die werknemers tegenover hun werkgever hebben.

PwC koos ervoor om hun Griekse werknemers een contract te laten tekenen. In dit contract zouden de werknemers moeten erkennen dat de verwerking van hun persoonsgegevens door PwC rechtstreeks verband houdt met een noodzakelijke verwerking op grond van de arbeidsverhouding. Daarbij moesten ze er ook mee instemmen dat deze verwerking relevant en passend in de context van de arbeidsverhouding zou zijn.

PwC gebruikte dus de verwerkingsgrond toestemming (van artikel 6 lid 1 onder a AVG),  terwijl de verwerking sloeg op het uitvoeren van het arbeidscontract (artikel 6 lid 1 onder b AVG), een wettelijke verplichting (artikel 6 lid 1 onder b AVG) die op PWC rustte en haar eigen gerechtvaardigd belang (artikel 6 lid 1 onder f AVG). De werknemers waren als gevolg hiervan ook niet juist geïnformeerd over het feit dat de verwerking eigenlijk plaatsvond op basis van deze grondslagen. Tot slot kon PwC de Griekse AP geen inzage geven in interne documenten waaruit de afweging of motivatie voor het gebruik van toestemming als grondslag bleek. Kortom, er was geen verantwoording beschikbaar waarom de werknemers om toestemming werd gevraagd.

Moraal van het verhaal: zorg dat je verantwoording goed geregeld is! Heb je daarbij hulp nodig? We komen graag langs om met jouw bedrijf je verwerkingsactiviteiten onder de loep te nemen.